A

  • Titel

    Achtergestelde schuld (lening)

    Een lening (of effect) dat lager staat in de rangorde van schulden die aanspraak kunnen maken op activa en inkomsten.

  • Titel

    Affinity-sector

    Marktsegment op basis van merkloyaliteit (‘affinity’) in de breedste zin van het woord (inclusief liefdadigheidsinstellingen en sportteams). De merkloyaliteit wordt vervolgens gebruikt om nieuwe producten of diensten te verkopen, die dikwijls door derden worden verzorgd (bijv. verzekeringspolissen via de supermarkt).

  • Titel

    Ageas' deel in het premie-inkomen

    Ageas heeft op dit moment diverse partnerships in de 12 landen waarin de onderneming aanwezig is. Bij sommige verzekeringsmaatschappijen heeft Ageas 100% zeggenschap (Ageas Insurance Limited UK, Ageas Hong Kong, Ageas France). Bij andere varieert het eigendom tussen de 15% en 75%. Vanaf het volledige verslagjaar 2012 voegde Ageas het premie-inkomen toe op basis van het pro-rata aandeel van Ageas in de werkmaatschappijen. 

  • Titel

    Assurfinance

    Het verkopen van bankproducten via het verzekeringsintermediair.

  • Titel

    Autonome groei

    Groei van een onderneming op eigen kracht (exclusief groei door overnames, desinvesteringen of wisselkoersbewegingen).

B

  • Titel

    Bankverzekeren

    Het verkopen van verzekeringsproducten via bankkantoren.

  • Titel

    Basispunt (bp)

    Eén honderdste van een procent (0,01%).

  • Titel

    Beleggingscontract

    Een levenverzekeringscontract dat het financieel risico overdraagt, maar geen significant verzekeringsrisico.

  • Titel

    Beleggingsresultaat

    De som van de beleggingsinkomsten en de gerealiseerde kapitaalwinsten op de activa die gelden als dekking voor de technische verplichtingen, verrekend met: bij Leven, wat er aan de polishouder wordt uitbetaald als gewaarborgde rente en winstdeelname, bij Niet-leven, de technische rentelast op de technische verplichtingen. 

  • Titel

    Besloten derivaat (in een contract)

    Een component van een hybride(samengesteld) instrument dat tevens een niet-afgeleid basiscontract omvat. Het basiscontract kan een obligatie of aandeel, een lease-overeenkomst, een verzekeringscontract of een aan- of verkoopcontract.

  • Titel

    Bijzondere waardevermindering

    Een daling van de waarde waarbij de boekwaarde van de activa de realiseerbare waarde overtreft. De boekwaarde wordt dan via de resultatenrekening gereduceerd tot de realiseerbare waarde.

  • Titel

    Bruto geboekte premies

    Totale premies (al dan niet verdiend) voor in een bepaalde periode aangegane of aangenomen verzekeringscontracten, zonder aftrek van in herverzekering gegeven premies.

  • Titel

    Bruto-instroom

    Totaal van de brutopremies en beleggingscontracten zonder discretionaire winstdeling.

C

  • Titel

    CAGR

    Compound Annual Growth Rate. Het samengestelde jaarlijkse groeipercentage van een belegging of ander element van de ondernemingsactiviteiten over een periode van een aantal jaar. De berekeningsformule is als volgt: (actuele waarde/basiswaarde)^(1/aantal jaren)-1.

  • Titel

    Cash flow hedge

    Een afdekking van het risico op schommelingen in de kasstromen van een actief of een verplichting of van een verwachte toekomstige transactie en die voortkomen uit variabele koersen of prijzen.

  • Titel

    Combined ratio

    De verhouding tussen de geïnde premies en de totale kosten van de verzekeraar (schadelast, commissies en algemene kosten). De combined ratio geldt alleen voor Niet-levenverzekeringen.

  • Titel

    Compliance

    Afdeling die verantwoordelijk is voor het bewaken en beheren van de risico’s die samenhangen met de naleving van wet- en regelgeving. De Compliance Officers van Ageas adviseren daarnaast het management, de businesses en individuele medewerkers over de (naleving van de) interne gedragscode.

  • Titel

    Contantewaardeberekening (Discounted cash flow method)

    Een waarderingsmethode waarbij de verwachte toekomstige kasstromen verdisconteerd worden tegen een rentevoet die de tijdswaarde van het geld uitdrukt alsook een risicopremie die een weerspiegeling vormt van de extra opbrengst die beleggers verlangen om het risico te compenseren op lagere kasstromen dan verwacht.

  • Titel

    Credit spread

    Het renteverschil tussen staatsobligaties en bedrijfsobligaties (ook wel ‘credits’ genoemd).

  • Titel

    Cross-selling

    Strategie waarbij een bestaand klantenbestand voor een bepaald product wordt gebruikt als bron van potentiële klanten voor andere producten.

D

  • Titel

    Deelneming

    Een entiteit waarin Ageas invloed van betekenis heeft en die geen dochteronderneming of belang in een joint venture is.

  • Titel

    Derivaat

    Een financieel instrument (op of buiten beurs verhandeld) waarvan de koers direct afhangt (‘afgeleid is van’) de waarde van een of meer onderliggende waarden, bijvoorbeeld aandelenindexen, schuldpapier, goederenprijzen, andere afgeleide instrumenten, een andere overeengekomen prijsindex of regeling.

  • Titel

    Desinvestering

    Het afstoten van een activiteit of onderdeel van een onderneming.

  • Titel

    Dochteronderneming

    Dochterondernemingen zijn die ondernemingen waarin Ageas, direct of indirect, het financiële en operationele beleid kan sturen teneinde voordelen uit deze activiteiten te verwerven (‘zeggenschap’).

  • Titel

    DPF

    Discretionary Participation Feature (discretionaire winst deling). Het recht van houders van bepaalde verzekeringscontracten en/of financiële instrumenten op een aanvullend rendement (naast een gegarandeerde uitkering). Het tijdstip en/of de hoogte hiervan is afhankelijk van de beslissing van de emittent.

E

  • Titel

    Eigen vermogen

    Het resterende deel van de activa van een entiteit na aftrek van alle passiva. Financiële instellingen zijn verplicht voldoende eigen vermogen aan te houden om aan hun verplichtingen jegens klanten te kunnen voldoen.

  • Titel

    Employee benefits

    Het geheel van niet verplichte verzekeringen en andere voorzieningen die werknemers, naast hun salaris, ontvangen in ruil voor door hen verrichte diensten.

G

  • Titel

    Geamortiseerde kostprijs

    Bedrag waarvoor het financieel actief of de financiële verplichting bij de eerste opname in de balans wordt opgenomen, verminderd met aflossingen op de hoofdsom, vermeerderd of verminderd met de via de effectieve-rentemethode bepaalde geaccumuleerde afschrijving van het verschil tussen dat eerste bedrag en het aflossingsbedrag, en verminderd met eventuele afboekingen wegens bijzondere waardeverminderingen of oninbaarheid.

  • Titel

    Gegarandeerde producten 

    Familie van producten waarin zowel Traditionele als spaarproducten zitten en Groep Leven. Traditionele producten hebben een beschermingscomponent terwijl spaarproducten meestal een minimum gegarandeerde rentevoet geven. Groep Leven producten worden aangeboden door een werkgever of grote entiteit aan zijn werknemers of leden en kunnen verschillende kenmerken hebben. Gegarandeerde producten in individueel en Groep Leven worden hoofdzakelijk gekenmerkt door een risico-overdracht van de polishouder naar de verzekeraar, terwijl bij Unit-linked producten het (beleggings) risico bij de polishouder blijft. 

  • Titel

    Gestructureerde kredieten

    Verzamelterm voor effectenstructuren die zijn ontstaan uit een herindeling van de kasstromen van financiële overeenkomsten (MBS, CMO, ABS, CDO).

  • Titel

    Goodwill

    Goodwill vertegenwoordigt het positieve verschil tussen enerzijds de reële waarde van de activa, passiva en uitgegeven eigenvermogensinstrumenten, en anderzijds het belang van Ageas in de reële waarde van de activa, passiva en voorwaardelijke verplichtingen.

H

  • Titel

    Hedge accounting

    Opname van de compenserende effecten van veranderingen in de reële waarde van het afdekkingsinstrument en de reële waarde van het afgedekte instrument in de resultatenrekening van dezelfde periode.

I

  • Titel

    IFRS

    Afkorting voor International Financial Reporting Standards (voorheen International Accounting Standards (IAS)). De standaard internationale boekhoudregels voor het opstellen van jaarrekeningen per 1 januari 2005 voor alle beursgenoteerde ondernemingen binnen de Europese Unie, die de jaarcijfers beter vergelijkbaar maken en beter inzicht in de financiële positie en resultaten verschaffen.

  • Titel

    Immaterieel vast actief

    Een identificeerbaar, niet-monetair actief zonder fysieke vorm.

J

  • Titel

    Joint venture

    Een strategische samenwerking tussen twee of meer partijen, die vermogen en kennis inbrengen maar anderszins onafhankelijk blijven opereren.

M

  • Titel

    Marktkapitalisatie

    Beurswaarde. Marktkapitalisatie is gelijk aan het aantal uitstaande aandelen vermenigvuldigd met de geldende koers van het aandeel.

N

  • Titel

    Netto investeringshedge

    Een afdekking van het financieel risico van een netto investering in een buitenlandse entiteit door een transactie met een compenserend risicoprofiel af te sluiten.

  • Titel

    Netto-onderschrijvingsresultaat

    Het verschil tussen de premies ontvangen van de polishouders en de werkelijke betalingen alsook de wijziging aan het einde van het jaar in technische verplichtingen die toekomstige verplichtingen vertegenwoordigen. Dit omvat een risico-, herverzekerings- en kostencomponent. Bij Leven omvat dit tevens een afkoopcomponent. 

  • Titel

    Nettoverdiende premies

    De premies Niet-Leven die de risico's voor de huidige periode dekken, verrekend met de premies betaald aan herverzekeraars en niet-verdiende premies.

  • Titel

    Notioneel bedrag

    Een uitdrukking van een aantal eenheden van een valuta, een financieel instrument, een bepaald volume of gewicht dat gespecificeerd wordt in een transactie met derivaten.

O

  • Titel

    Operationeel resultaat 

    De som van het netto onderschrijvingsresultaat, het beleggingsresultaat en het overige resultaat. Vanaf de publicatie van de jaarresultaten 2012 richt Ageas zich binnen zijn margeanalyse op dit concept en maakt het niet langer gebruik van het begrip 'technisch resultaat' (als onderdeel van het operationeel resultaat). 

  • Titel

    Operationele marge

    Het bedrijfsresultaat gedeeld door de netto verdiende premies. Het bedrijfsresultaat is de winst of het verlies uit alle activiteiten, inclusief het technisch en beleggingsresultaat.

  • Titel

    Optie

    Het recht, maar niet de verplichting, om een effect gedurende een bepaalde periode of op een bepaalde datum tegen een bepaalde prijs te kopen (calloptie) of verkopen (putoptie).

  • Titel

    Overlopende acquisitie kosten

    De kosten van het verwerven van nieuwe en hernieuwde verzekeringen, hoofdzakelijk commissies en uitgaven met betrekking tot underwriting, tussenpersonen en de uitgifte van nieuwe polissen. Deze kosten variëren en houden hoofdzakelijk verband met het aangaan van nieuwe contracten.

P

  • Titel

    Particuliere verzekeringsproducten

    Verzekeringen voor personen en gezinnen, zoals autoverzekeringen en inboedel- en opstalverzekeringen.

R

  • Titel

    Reële waarde (fair value)

    Het bedrag waarvoor een actief (verplichting) kan worden verkregen (aangegaan) of verkocht (vereffend) in een marktconforme (‘at arm’s length’) transactie, tussen bewuste en bereidwillige partijen.

  • Titel

    Rendement op eigen vermogen (REV)

    De verhouding, uitgedrukt in procenten, tussen de nettowinst en het gemiddelde eigen vermogen voor een boekjaar. REV fungeert als maatstaf voor het rendement dat een bedrijf realiseert op het werkzame kapitaal. 

  • Titel

    Reserveratio's (%)

    De technische verplichtingen Niet-Leven gedeeld door de netto verdiende premies op jaarbasis. Afhankelijk van het producttype voor Niet-Leven bevindt zich de reserveratio doorgaans tussen 80 en 300%, afhankelijk van de gebruikelijke duur van een schade voor de betreffende activiteit.

S

  • Titel

    Schaderatio voorgaande jaren

    In verband met schades die in voorgaande jaren plaatsvonden: het netto-effect van betaalde schades en de evolutie in technische verplichtingen, uitgedrukt als een percentage van de nettoverdiende premies.

  • Titel

    Shadow accounting

    Onder IFRS 4 is het verzekeraars toegestaan, maar ze zijn daartoe niet verplicht, om hun grondslagen voor financiële verslaggeving zodanig te wijzigen dat de invloed van een opgenomen maar ongerealiseerde winst of ongerealiseerd verlies op deze waarderingen dezelfde is als die van een gerealiseerde winst of een gerealiseerd verlies. De hiermee verband houdende aanpassing van de verzekeringsverplichting (of geactiveerde acquisitiekosten of immateriële activa) dient in het eigen vermogen te worden opgenomen als en alleen als de ongerealiseerde winsten of verliezen direct in het eigen vermogen worden verwerkt.

  • Titel

    Solvency II

    Ingrijpende en verstrekkende herziening van de huidige solvabiliteitsregels voor Europese verzekeraars in het licht van de huidige ontwikkelingen in verzekeren, risicobeheer, financieringsmethoden en financiële verslaglegging.

T

  • Titel

    Technische verplichtingen

    De verplichtingen die de verzekeraar aan het einde van de periode heeft ten aanzien van zijn polishouders, op basis van de contractuele voorwaarden. Bij Leven stemt dit concept in grote mate overeen met het eerder gebruikte begrip 'beheerd vermogen.

  • Titel

    Tussenpersoon

    Persoon of instelling die een transactie tot stand brengt tussen een kopende en verkopende partij. In het verzekeringsbedrijf verkopen onafhankelijke tussenpersonen (‘het intermediair’) verzekeringsproducten aan klanten. In het bankbedrijf heeft Fortis Bank een tussenpersoonfunctie als effectenmakelaar.

V

  • Titel

    Value added by new life business

    De contante waarde van de verwachte (uitkeerbare) netto kasstromen uit nieuwe productie in een bepaalde periode.

  • Titel

    Value of Business acquired (VOBA)

    De contante waarde van toekomstige winsten (ook gedefinieerd als ‘value of business acquired’ of ‘VOBA’) uit overgenomen verzekeringscontracten wordt verantwoord als immaterieel actief en afgeschreven over de opnameperiode van de premie of brutowinst van de overgenomen polissen.

  • Titel

    Vastgoedbelegging

    Vastgoed dat wordt aangehouden omwille van huuropbrengsten of een stijging van de kapitaalwaarde.

  • Titel

    Verzekeringscontract

    Contracten die aan de ene partij (Ageas) een aanzienlijk verzekeringsrisico overdragen van de andere partij (de verzekeringsnemer) door overeen te komen om de verzekeringsnemer te vergoeden voor een onvoorziene gebeurtenis die schade berokkent aan de verzekerde.

  • Titel

    Voorwaartse distributie-integratie

    Verwerving van toegang tot en controle over een distributiekanaal, bijv. bankverzekeren.

  • Titel

    Voorziening

    Een verplichting van een onzekere omvang of met een onzeker tijdstip. Voorzieningen worden opgenomen als verplichtingen wanneer het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen vereist zal zijn om deze verplichtingen af te wikkelen en in de veronderstelling er dat een betrouwbare schatting kan worden gemaakt.